
Het moment waarvan je wist dat het vroeg of laat zou komen: de kinderen verlaten het huis. Ze gaan samenwonen, verhuizen voor een baan of ze gaan een studie volgen en willen op kamers. En dan zit jij met een leeg nest.
Kinderen blijven steeds langer thuis wonen. Volgens het CBS, het Centraal Bureau voor de Statistiek, woonde begin dit jaar bijna 90% van alle 18-jarige kinderen nog bij hun ouders. Gemiddeld ligt de leeftijd waarop een kind uitvliegt in Nederland op 23,7 jaar. Jongens blijven meestal wat langer thuis wonen bij papa en mama dan meiden. Begin dit jaar woonde 38% van de 25-jarige jonge mannen nog thuis tegen 23% van de jonge vrouwen van dezelfde leeftijd.
Logisch dat er emoties loskomen als je kind het huis uit gaat. In de meeste gezinnen draait het huishouden
jarenlang om de kinderen, het is dus normaal dat het leeg voelt als ze uitvliegen. Als het zo leeg voelt dat je er depressieve gevoelens door krijgt, dan noemen we dat het legenestsyndroom. Moeders hebben wat vaker last van het legenestsyndroom dan vaders. Dat komt waarschijnlijk omdat het vertrek van de kinderen vaak samengaat met de periode van de overgang. Naast lichamelijke klachten, zoals opvliegers, slapeloosheid en lusteloosheid, komt er ook stilte in huis. In combinatie met stemmingswisselingen door de overgangshormonen, kan het uitvliegen van de kinderen dan tot een depressie leiden.
Goed gedaan: je taak als opvoeder is klaar
Als je je kind hebt zien opgroeien en als je ruim twintig jaar met iemand waarvan je zoveel houdt het huis deelt, dan voelt een vertrek zwaar. Toch weet je heel goed dat dit moment een keer komt. Het doel van een ouder is immers kinderen zelfstandig te maken. Je leert je kind fietsen, een ei koken en de was sorteren. Je helpt met huiswerk, je brengt ze naar hun sportclub, je zorgt voor nieuwe kleren en je troost bij verdriet.
Natuurlijk heb je daarbij hulp van anderen: de buurvrouw, de trainer van de sportclub, de leraren op school, de eerste baas bij een bijbaantje. Allemaal samen zorg je ervoor dat je kind opgroeit tot een onafhankelijk jongvolwassene die zich prima kan redden in de maatschappij.
Je belangrijke taak als opvoeder is op een gegeven moment klaar. In plaats van bedroefd zijn, kan je je als ouder ook heel trots voelen. Dat heb je toch maar mooi geflikt. Je hebt je taak volbracht. Natuurlijk ben je vanaf de zijlijn nog wel bij je kinderen betrokken, maar op een gegeven moment doen ze het zelf.

Afbouwen is beter
Vrouwen van wie de kinderen vanwege studie op kamers gaan wonen, hebben meestal minder last van het legenestsyndroom dan moeders van wie het kind direct vanuit thuis gaat samenwonen of een huis koopt. Het uit huis gaan verloopt vaak wat geleidelijker als je kind nog in het weekend thuiskomt. Uitwonende studenten komen meestal pas in de loop van de studie steeds minder thuis
tot ze uiteindelijk een baan vinden en een “echte” woning betrekken of gaan samenwonen.
Rouwproces
Het legenestsyndroom is eigenlijk een soort rouwproces, waarbij je je kind fysiek mist en een gevoel van nutteloosheid
de overhand heeft. Het fysiek missen komt doordat je de verhalen aan tafel en de aanspraak mist. Ook kun je de gezelligheid van
hun vriendenkring missen. Het loslaten zelf doet ook pijn. Je bent veel minder betrokken bij hun leven en moet leren afstand te nemen. Het gevoel van nutteloosheid ontstaat omdat je moeite kunt hebben met het vullen van de tijd die je voorheen aan de kinderen besteedde; van het rijden naar sport tot het helpen met huiswerk. Het huis wordt minder vuil en je hebt minder
was, dus je bent simpelweg minder tijd kwijt aan het huishouden. Als je moeite hebt die tijd zinvol te vullen, kun je depressief worden. Ook je relatie met je partner kan veranderen als de kinderen het huis uitgaan: de kinderen waren jarenlang het onderwerp van gesprek en soms lijkt er weinig anders meer wat jullie bindt.

5 tips tegen het legenestgevoel
1.
Ook als je kinderen nog thuis zijn; blijf investeren
in je relatie en onderneem voldoende alleen met
je partner, zodat je ook aan elkaar genoeg hebt.
2.
Zoek manieren om je focus en tijdsbesteding
te verleggen naar jezelf. Denk aan: een
opleiding, een hobby, (meer) sporten, (anders)
reizen, plannen maken met je partner en het
aanhalen van sociale contacten.
3.
Accepteer je verdriet: het mag er zijn.
4.
Ontdek de nieuwe en gewenste ouderrol.
Bepaal samen met je kind(eren) jullie behoeftes
daarin. Besteed aandacht aan het contact met
je kind(eren) zonder het gevoel te geven
dat je ze niet vrijlaat.
5.
Raak je toch volledig in de put en voel je je
eenzaam en doelloos? Praat met vrienden
die in hetzelfde schuitje zitten. Als je daar
onvoldoende steun aan hebt zoek dan hulp bij
een psycholoog om te leren omgaan met je
verdriet en je nieuwe leven op de rails te

Dit artikel verscheen eerder in GZ-Stijl magazine. GZ-Stijl is hét magazine voor iedereen die zich mentaal fit wil voelen. Wil jij het magazine ook graag op papier lezen? Abonneer je dan voor slechts € 12,- per jaar.
Auteur: Mary Stottelaar
November 2022